economie – wiskunde
De pool economie bestaat uit twee onderdelen: algemene economie en bedrijfswetenschappen. Het onderdeel “algemene economie” is in sterke mate geënt op de economisch-politieke realiteit.
Economische verschijnselen (inflatie, groei, conjunctuur,… ) worden geobserveerd in de praktijk en vervolgens via een meer abstracte en theoretische benadering geanalyseerd en beschreven.
De mechanismen die de economische werkelijkheid drijven zijn echter niet waardenvrij en kunnen een uiting zijn van bepaalde politiek-economische visies. De leerlingen leren hiertegenover een
kritische houding hanteren. Het deelvak bedrijfswetenschappen bundelt verschillende aspecten die te vatten zijn onder de noemer “het managen van een bedrijf”. Thema’s die hierbij aan bod komen zijn: personeelsbeleid, kostenbeheersing, budgettering, analyse van de boekhouding…
In een studierichting met de pool wiskunde klimt het onderwijs in de wiskunde naar een vrij
hoog niveau van algemeenheid en abstractie. Dit gebeurt via de deelvakken algebra, meetkunde, analyse, statistiek en kansrekening. Zowel het bestuderen van de theoretische opbouw van een wiskundige redenering als het zelfstandig kunnen toepassen van wiskundige kennis in een nieuwe context zijn belangrijk.
5e | 6e | |
Aardrijkskunde | 1 | 1 |
Biologie | 1 | 1 |
Chemie | 1 | 1 |
Duits | 2 | – |
Economie | 5 | 4 |
Engels | 2 | 2 |
Esthetica | – | 1 |
Frans | 3 | 3 |
Fysica | 1 | 1 |
Geschiedenis | 2 | 2 |
Godsdienst | 2 | 2 |
L.O. | 2 | 2 |
Nederlands | 4 | 4 |
Wiskunde | 6 | 6 |
Vrije ruimte | – | 2 |