Economie – moderne talen
De pool economie bestaat uit twee onderdelen: algemene economie en bedrijfswetenschappen. Het onderdeel “algemene economie” is in sterke mate geënt op de economisch-politieke realiteit. Economische verschijnselen (inflatie, groei, conjunctuur,… ) worden geobserveerd in de praktijk en vervolgens via een meer abstracte en theoretische benadering geanalyseerd en beschreven. De mechanismen die de economische werkelijkheid drijven zijn echter niet waardenvrij en kunnen een uiting zijn van bepaalde politiek-economische visies. De leerlingen leren hiertegenover een kritische houding hanteren. Het deelvak bedrijfswetenschappen bundelt verschillende aspecten die te vatten zijn onder de noemer “het managen van een bedrijf”. Thema’s die hierbij aan bod komen zijn: personeelsbeleid, kostenbeheersing, budgettering, analyse van de boekhouding…
In deze richting met als één van de polen moderne talen, neemt de studie van de moderne talen een belangrijke plaats in. De aandacht gaat naar het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden (luisteren, lezen, spreken en schrijven), de reflectie op taal en de kennismaking met anderstalige literatuur. Accenten liggen op het ontwikkelen van:
– Communicatieve en creatieve competenties in het Nederlands en moderne vreemde talen (b.v. leesstrategieën toepassen, literaire smaak ontwikkelen,…)
– Competentie op vlak van taalbeschouwing (analyseren van en reflectie over taalstructuren, communicatie, taalfenomenen, …)
– Interculturele competenties (literair, filosofisch en historisch bestuderen van culturele achtergronden, culturele diversiteit onderkennen en respecteren)
5e | 6e | |
Aardrijkskunde | 1 | 1 |
Duits | 3 | 2 |
Economie | 5 | 4 |
Engels | 3 | 3 |
Esthetica | 1 | 1 |
Frans | 4 | 4 |
Geschiedenis | 2 | 2 |
Godsdienst | 2 | 2 |
LO | 2 | 2 |
Natuurwetenschappen | 2 | 2 |
Nederlands | 4 | 4 |
Wiskunde | 3 | 3 |
Vrije ruimte | – | 2 |